Kritische meedenkers (en je kunt ze temmen!)

Ik rij terug van die verjaardag. Ik had er al tegenop gezien. Geruzie in de familie; uitgesproken en vooral onuitgesproken, maar voelbaar en zichtbaar. Niks an! Op de heenweg ligt het mooi ingepakte cadeau op de bijrijdersstoel. Het glimlacht naar me. Ik hou mijn handen krachtig aan het stuur en staar naar de auto’s voor me. Het perfecte moment voor mijn innerlijke meedenkers om me te voorzien van wat handige tips: “Je moet wel normaal doen. Niet teveel herrie maken, niet teveel opvallen.” “En je moet je niet laten kisten, gewoon bij jezelf blijven!”  en “Niet zo belachelijk doen zoals de vorige keer toen je van die schommel in de hortensia van de buren donderde! Zorg dat ik zo trots op je kan zijn!” Ik word er zenuwachtig van! Als de vriend van mijn zus er maar niet is. Met hem erbij wordt het altijd erger. Hij ziet perfect waar de pijn zit en steekt dat niet onder stoelen of banken.

“Niet zo belachelijk doen zoals je zoals de vorige keer toen je van die schommel in de hortensia van de buren donderde! Zorg dat ik zo trots op je kan zijn!”

Ik ben gelukkig op tijd. Zo vervelend als je te laat komt en iedereen zit er al. Iedereen kijkt je aan als je binnen komt, soms een glimlachje, maar vooral uitgestreken gezichten. Vandaag slaat dat genoegen mij over. Ik bel aan en de deur gaat direct open: het vrolijke gezichtje van mijn nichtje en een enthousiast blaffende tackel. Mijn zus komt traag aanlopen, geeft me een wat onverschillige kus en loopt met me mee naar de kamer. We wisselen wat onhandige beleefdheden uit: “Hoe gaat het met jou? Goed? Oh fijn.” Ik plof neer naast de buurman. Een oudere man met een bolle buik. Hij kan wel lekker praten, dus ik zit goed. Ik kijk de kleine kring rond. Mijn andere zus is er al, ik zwaai even naar haar. Haar vriend is er niet. Een blij stemmetje van binnen “Nu hoef je niet bang te zijn! Het wordt niet ongemakkelijk!”

De verjaardag kabbelt voorbij. We wisselen beleefdheden en cadeaus uit, lachen op zijn tijd. Ik neem een wijntje en voel me onbezorgd. Ik hoor mezelf lachen, ik schater.  Eigenlijk is die buurman een heel geschikte kerel! Ik lach nog meer en nog harder! Ik moet naar de wc en hijs me op uit de diepe bank. Natuurlijk plof ik met al mijn sulligheid weer terug , alleen nu half over de buurman heen. Hij maakt direct van de gelegenheid gebruik en ik voel zijn handen om mijn taille precies op die plekken waar het buikvet over mijn broek heen valt. “Hij zit aan je vet, vette koe! Precies daar!”Ik sta ongemakkelijk op, loop de kamer uit en zak op de wc pot. “Je kunt niet anders dan er een rommeltje van maken! Die mensen vinden je vast een vette gans! Een onhandige sukkel! Wacht: je bent gewoon ook heel onhandig!” Ik loop weer terug, langzaam, maar schouders iets gebogen. Ik pak meteen maar mijn spulletjes en glip met een aantal andere gasten de voordeur uit, terug naar huis.

En nu zit ik de auto. Ik mag weer terug naar huis. Ik voel me ellendig.  “Ik zei toch dat je niet te hard moest lachen! Je mag nooit meer alcohol drinken!” Ik voel me in elkaar zakken. Af en toe zelfs de grond onder mijn voeten vandaan zinken. “Je bent een onhandige sukkel! Hoe kun je verwachten dat ze het leuk vinden dat je komt?” Ja, ja, ik hoor het wel.

“”Je bent een onhandige sukkel! Hoe kun je verwachten dat ze het leuk vinden dat je komt?”

Herken je dat? Van die kritische meedenkers. Gedachten die ons kunnen blokkeren, die ons kleiner maken, die zorgen dat we stoppen met in onszelf te geloven. Er is goed nieuws: je kunt ze temmen, want jij bent baas. Wil je meer weten? Neem dan contact met me op!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *